Op de Nieuwe Keizersgracht 64 woonden zeker 10 personen die de oorlog niet hebben overleefd.
Jacques Blitz
13 mei 1908 – Auschwitz, 30 september 1942 – 34 jaar
Evalina Sophia Blitz-Polak
23 september 1911 – Auschwitz, 30 september 1942 – 31 jaar
Charlotta Vredenburg
27 april 1918 – Sobibor, 16 april 1943 – 24 jaar
Naatje Meents
23 september 1887 – Sobibor, 28 mei 1943 – 55 jaar
Henrica Biet
28 november 1895 – Auschwitz, 24 september 1943 – 48 jr
Samuel Henri Englander, musicus, dirigent van het koor van de grote sjoel
26 september 1896 – Sobibor, 11 juni 1943 – 46 jaar
Samuel Henri Englander op Joods Monument
Judith Englander-Biet
27 maart 1899 – Sobibor, 11 juni 1943 – 44 jaar
Cato Englander
7 mei 1922 – Sobibor, 11 juni 1943 – 21 jaar
Lea Englander
6 september 1925 – Sobibor, 11 juni 1943 – 17 jaar
Nathan Samuel Englander
16 maart 1932 – Sobibor, 11 juni 1943 – 11 jaar
Andere bronnen
- Nieuwe Keizersgracht 64 op Joods Monument
Het popje van Tootje (Cato Englander)
Mieke Bloemendal-Olman stuurde ons dit ontroerende verhaal.
Pas onlangs ontdekte ik het indrukwekkende monument ‘Schaduwkade’ op de Nieuwe Keizersgracht. Zelf overlevende van de Holocaust was ik zeer getroffen door de vormgeving. Ik liep dan ook alle namen langs. Bij nummer 64 was ik helemaal van slag bij het lezen van de namen van de familie Englander en met name trof mij de naam van Cato. Haar naam echoot al bij mij sinds ik met mijn man Philip Bloemendal trouwde. ‘Het popje van Tootje’ betekende voor hem iets zeer essentieels in zijn leven.
Het verhaal achter ‘het popje van Tootje’
Cato Englander was verliefd op Harry Bloemendal, de jongere broer van Philip, de verliefdheid was wederzijds.
Mogelijk hebben ze elkaar leren kennen op een van de koren die Sam Englander dirigeerde; Harry had een mooie warme baritonstem vertelde Philip, met een voorkeur voor de liederen van Mahler.
Het gezin Bloemendal woonde tot 1941 in Zandvoort. Toen de bezetters de Joodse Raad instelden bemachtigde Harry daar een functie op de afdeling ‘Evacuatie/Arbeitseinsatz’ .
Daardoor was hij in staat om te ‘sjoemelen’ met de namenlijst van Zandvoortse Joden die naar Amsterdam moesten evacueren : hij zette de namen van Philip en hemzelf niet op die lijst.
Ongetwijfeld hebben Cato (Tootje als roepnaam) en Harry elkaar vaker kunnen ontmoeten toen Harry bij de Joodse Raad op nr.58 werkte omdat het gezin Englander op nr. 64 woonde.
Zijn werk bij de Joodse Raad betekende echter ook het einde van de relatie met Cato: Harry ontmoette een andere Joodse vrouw die, zoals Philip beschrijft in zijn ‘Autobiografische Notities’, zijn noodlot zou worden. Harry was ten einde raad toen zij was opgepakt en volgde haar naar Westerbork. Beiden zijn vermoord.
Cato had verdriet om de beëindigde relatie met Harry en vond korte tijd troost bij Philip. Van haar kreeg hij, kort voor haar deportatie, een zelfgemaakt grijs wollen popje. Dit popje werd zijn hele leven zijn talisman: immers Tootje had het gegeven met de woorden ‘dit zal je beschermen’. Philip heeft het áltijd bij zich gedragen, in zijn portemonnaie. Eenmaal zijn we zelfs teruggereden naar huis toen we al op weg naar Frankrijk waren voor vakantie: het popje lag nog bij het Nederlandse geld. Philip zei vaak: ‘het popje van Tootje heeft mij inderdaad beschermd, al die jaren… ik heb het immers overleefd, de anderen niet. Philip overleed op 22 februari 1999 op 80 jarige leeftijd.
Ik vind het heel bijzonder om nu, na zoveel jaren, het ‘popje van Tootje’ in zekere zin terug te kunnen geven aan deze bewoonster van Nieuwe Keizersgracht 64.
Mieke Bloemendal-Olman
februari 2018
Philip (Flip) Bloemendal
In 1981 werd een interview met Philip Bloemendal (PDF) in Trouw gepubliceerd.
Harry Bloemendal
Meer over Harry Bloemendal op Joods Monument.